Tot 2011 verdween het waterijzer van Waterwinstation Prinses Juliana (WPJ) in Andijk onder meer in geluidswallen, als bouwstof. Zonde, het slib bevatte namelijk genoeg ijzer om het in te kunnen zetten voor zwavelbinding in de biogassector. Door de ligging van het waterwinstation, direct aan het IJsselmeer, is het slib bovendien eenvoudig per schip af te voeren. Oftewel, hoog tijd om eens met ‘Duitsland’ te gaan praten.
In datzelfde jaar ontving WPJ de heer Gert Peek van de Münsterländische Reststoffenverwertung.
En inderdaad, hij zag voldoende kansen om het steekvaste waterijzer in Noordwest-Duitsland af te zetten. Echter, de zuiverheid en continuïteit waren in het toenmalige proces nog niet geborgd: er zaten stenen in, te veel ‘verse’ vegetatie, zand en het drogestofgehalte was niet altijd even constant.
De PWN-medewerkers gingen succesvol met deze wensen aan de slag en in 2012 vertrok het eerste schip naar Duitsland. Het slib was vrij van vreemde bestanddelen (‘Fremdkörper’) zoals zand en stenen. De vegetatie was afgestorven en grotendeels verdwenen door het slib om te scheppen en vervolgens door verrotting. De eindklanten – biovergisters – waren zeer tevreden over de kwaliteit en bleven het materiaal bestellen. Inmiddels varen jaarlijks drie tot vier schepen met steekvast waterijzer van Andijk naar Duitsland.
Nu, vijf jaar later, wilden de mensen van WPJ die steeds opnieuw zorgen voor de juiste kwaliteit van het slib, weleens live aanschouwen wat er met het slib in Duitsland gebeurt. Zij brachten een bezoek aan de twee vergisters, waar Gert Peek liet zien waarom de specifieke kwaliteitseisen zo belangrijk zijn. Mooi om met eigen ogen het eindresultaat van je werk te zien. En prettig om de Duitse collega’s te ontmoeten. Een geslaagde dag, in elk opzicht!