Afstudeeronderzoek: toepassen humuszuren van PWN

In de periode februari- juni 2016 heeft Edwin de Jong, student civiele techniek aan de Hogeschool van Amsterdam, onderzoek gedaan naar de toepassingsmogelijkheden van de humus- en fulvinezuren afkomstig van waterproductielocatie Martien den Blanken in Andijk.

Bij het regenereren van ionenwisselaars met zout water ontstaat een reststroom welke brijn wordt genoemd. Dit brijn van de locatie Andijk bestaat uit water, zout, sulfaat, nitraat, humus- en fulvinezuren en andere sporenelementen. Technisch gezien zijn deze stoffen van elkaar te scheiden en op die manier (her-) te gebruiken. Dit is echter kostbaar en uit milieuoogpunt niet altijd even effectief.

Het onderzoek van Edwin heeft zich daarom gericht op de toepassingsmogelijkheden wanneer het brijn weliswaar scheidingsstappen en ontwateringsstappen ondergaat, maar slechts beperkt. Het product humus- en fulvinezuren bevat dan een lagere concentratie en bevat nog sporen elementen.

Uit het onderzoek blijkt dat feed en agro als meest haalbare toepassingen beschouwd moeten worden. Feed ‘scoort’ financieel beter, agro op het gebied van duurzaamheid. Het minder ver ontwateren leidt niet tot minder toepassingsmogelijkheden en daarmee opbrengst, maar wel tot meer uitdagingen en kosten in de leverketen.

Edwin studeerde in augustus 2016 af.

Afstudeeronderzoek: toepassen humuszuren van PWN

In de periode februari- juni 2016 heeft Edwin de Jong, student civiele techniek aan de Hogeschool van Amsterdam, onderzoek gedaan naar de toepassingsmogelijkheden van de humus- en fulvinezuren afkomstig van waterproductielocatie Martien den Blanken in Andijk.

Bij het regenereren van ionenwisselaars met zout water ontstaat een reststroom welke brijn wordt genoemd. Dit brijn van de locatie Andijk bestaat uit water, zout, sulfaat, nitraat, humus- en fulvinezuren en andere sporenelementen. Technisch gezien zijn deze stoffen van elkaar te scheiden en op die manier (her-) te gebruiken. Dit is echter kostbaar en uit milieuoogpunt niet altijd even effectief.

Het onderzoek van Edwin heeft zich daarom gericht op de toepassingsmogelijkheden wanneer het brijn weliswaar scheidingsstappen en ontwateringsstappen ondergaat, maar slechts beperkt. Het product humus- en fulvinezuren bevat dan een lagere concentratie en bevat nog sporen elementen.

Uit het onderzoek blijkt dat feed en agro als meest haalbare toepassingen beschouwd moeten worden. Feed ‘scoort’ financieel beter, agro op het gebied van duurzaamheid. Het minder ver ontwateren leidt niet tot minder toepassingsmogelijkheden en daarmee opbrengst, maar wel tot meer uitdagingen en kosten in de leverketen.

Edwin studeerde in augustus 2016 af.